Tegenwoordig wordt bewuster omgegaan met energie. Zo kiezen consumenten er steeds vaker voor om de woning goed te isoleren en zonnepanelen op het dak te plaatsen. Sommigen stappen zelfs helemaal af van het gebruik van gas. Uit veiligheids- en milieuoverwegingen dient de gasaansluiting in dat geval te worden verwijderd. Maar wie draagt de kosten hiervoor? De consument, de netbeheerder of toch een ander?
Dit onderwerp houdt zowel de politiek als de rechtspraak bezig. De Tweede Kamer heeft in februari 2020 een wijzigingsvoorstel op de Gaswet aangenomen. Vanaf 1 oktober 2020 betaalden consumenten die van het gebruik van gas af willen, de helft van de kosten voor het verwijderen van de gasaansluiting. De andere helft mocht worden verrekend in de tarieven die de netbeheerders in rekening brengen bij diegenen die nog wel gebruik maken van gas.
Het is maar de vraag of deze 50/50-regeling een structurele oplossing biedt. Op grond van deze regeling draait een steeds kleiner wordende groep gasgebruikers namelijk op voor de verwijderingskosten. Een alternatief zou zijn dat deze kosten voor rekening komen van de overheid en uit algemene middelen worden bekostigd. Op die manier draagt de maatschappij de kosten die komen kijken bij verduurzaming.
Inmiddels heeft het kabinet besloten dat de afsluitboete voor het verwijderen van een gasaansluiting verdwijnt. Sinds 1 maart van dit jaar kunnen consumenten dan ook kosteloos de gasaansluiting in hun woning laten verwijderen. Het gaat hierbij echter om een tijdelijke regeling. Bij het opstellen van de nieuwe Energiewet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen moet opnieuw worden gekeken naar de verdeling van de verwijderingskosten.
In augustus 2020 heeft de rechtbank Noord-Nederland zich al eens uitgelaten over de vraag voor wiens rekening de verwijderingskosten komen. De consument had de leveringsovereenkomst voor gas met de netbeheerder opgezegd, aangezien hij na de installatie van zonnepanelen en een warmtepomp geen gas meer nodig had. De netbeheerder kwam weliswaar uit eigen beweging de gasaansluiting verwijderen, maar de consument ontving na enige tijd een factuur van de netbeheerder. De consument weigerde deze factuur de betalen.
De rechtbank Noord-Nederland oordeelde dat consumenten die niet langer gas gebruiken, niet gehouden zijn te betalen voor het verwijderen van de gasaansluiting, indien zij de netbeheerder hier geen opdracht tot hebben gegeven. Het verwijderen van de gasaansluiting behoort namelijk niet tot de kern van de overeenkomst met de netbeheerder. Bovendien bevat de Tarievencode Gas geen rechtsgrond die consumenten die van het gebruik van gas af willen, dwingt te betalen.
Recentelijk kreeg de rechtbank Midden-Nederland dezelfde vraag voorgeschoteld. Onze cliënt werd door de netbeheerder gedagvaard voor de kosten van het verwijderen van de gasaansluiting. Hoewel het geen hoog bedrag betrof, vond de cliënt dit principieel niet juist. Hij had namelijk niet eens een leveringsovereenkomst voor gas met de netbeheerder. Hij vroeg dan ook om juridisch verweer te voeren. De cliënt werd in het gelijk gesteld door de rechtbank!
De rechtbank Midden-Nederland veroordeelde onze cliënt zijn medewerking te verlenen aan het verwijderen van de gasaansluiting, maar zag niet in waarom hij de kosten hiervoor zou moeten betalen. De enkele aanwezigheid van een gasaansluiting in de woning bindt de huurder niet aan een overeenkomst met een leverancier en de netwerkbeheerder. Bovendien creëert het enkele feit dat de cliënt gas zou kunnen afnemen omdat er een gasaansluiting aanwezig is in zijn woning, nog geen onrechtmatigheid.
Het moge duidelijk zijn dat er snel een oplossing moet komen voor dit vraagstuk. Er bestaat op dit moment grote onduidelijkheid over de vraag voor wiens rekening de kosten voor het verwijderen van een gasaansluiting komen. Waar de politiek zinspeelt op het verdelen van de kosten, heeft de rechtspraak inmiddels al tweemaal de factuur bij de netbeheerder neergelegd.
Bente Scheepvaart